Op deze pagina helpen we je met het problemen opsporen van je oldtimer zodat deze snel weer de weg op kan.
Storingen of problemen bij je oldtimer komen vaak niet ineens voor, deze ontstaan vaak na een periode die normaal met regulier onderhoud voorkomen (kunnen) worden.
Oldtimer eigenaren die het onderhoud volgens de voorgeschreven intervallen uitvoeren zullen nauwelijks problemen ondervinden met hun oldtimer.
Heb je toch een probleem met je oldtimer ga dan stap voor stap te werk bij problemen opsporen van je oldtimer
Probeer te achterhalen waar de fout zit; Ga niet lukraak aan het zoeken door de auto heen om mogelijk het probleem te vinden. Zorg dat je het deel van de auto waar het probleem zit, kan isoleren zodat je gericht te werk kunt gaan.
Denk niet te moeilijk; Zorg voordat je de techniek in gaat dat je de meest voor de hand liggende zaken hebt gecontroleerd. Zit er bijvoorbeeld voldoende brandstof in de tank?
Controleer dit en ga niet blind uit van wat je denkt te weten en wat bijvoorbeeld een benzinemeter je verteld.
Pak het probleem aan, niet de symptomen; Een lege accu kan eenvoudig opgelost worden door het vervangen van de accu maar de accu is leeg om een reden. Zorg dat je weet waarom iets gebeurd voordat je actie onderneemt.
Maak geen aannames; Controleer ook de onderdelen waarvan je zeker denkt te weten dat deze juist functioneren. Beter een extra controle dan achteraf erachter komen dat een bepaald onderdeel defect is.
Elektrische defecten opsporen.
Elektronische problemen opsporen in je oldtimer zijn vaak lastiger dan standaard mechanische problemen en/of defecten.
De elektronica/bedrading staat vaak bloot aan de weersinvloeden, trillingen, warmteontwikkeling van de motor/uitlaat en aantasting door vloeistoffen zoals olie. De eerste stap is dan ook het controleren van de verbindingen op corrosie en/of breuk. Zeker in gebieden waar kabels door het chassis heen gaan of langs bronnen (zoals hierboven beschreven) lopen zijn aandachtsgebieden.
Een goede aarding van je oldtimer is van groot belang. Indien de carrosserie en/of de elektrische componenten geen goede verbinding maken met de accu dan kunnen er vreemde problemen ontstaan in je oldtimer. Zorg er dus voor dat de aardlitze in goede staat is. Verbind deze met een blank stuk metaal van de carrosserie en chassis. Hetzelfde geldt voor alle aardpunten in de kabelboom (vaak zwart kabels met boutogen) die tegen de carrosserie en/of chassis gebout worden. Zorg voor een goede verbinding!
Breuken in voedingskabels (vaak rode draad) kunnen opgespoord worden door bepaalde delen van de kabelboom te bypassen gebruik makende van een aparts stuk kabel. Indien het instrument weer werkt na een bypass dan is een bepaald deel van de kabel te isoleren en de breuk op te speuren.
Een open kabelbreuk van een voedingskabel kan zorgen voor directe sluiting met vergaande gevolgen. Zo kan een voedingskabel sterk oververhit raken, smelten met brand tot gevolg.
Ook kan de accu door sluiting exploderen.
Raadzaam is dan ook om de hoofdvoedingskabels te beveiligen door het plaatsen van (extra) zekeringen. Deze zullen dan doorbranden bij sluiting om alles achter de zekering te beveiligen tegen overbelasting.
Bij elektrische defecten zul je veel geduld moeten hebben en stap voor stap door de auto heen moeten werken totdat je de problemen hebt kunnen opsporen in je oldtimer
Mechanische of andere problemen opsporen.
Heb je mechanische problemen en wil je oldtimer niet starten of start hij wel maar slaat daarna weer af? Gebruik dan onderstaande checklist voor mechanische problemen opsporen van je oldtimer. Isoleer deze en vindt een oplossing voor het probleem.
Indien je oldtimer niet wil starten kan dit zijn doordat;
- Je accu leeg is, meet de accu spanning.
- Accu kabels zijn (sterk) gecorrodeerd of zitten los.
- Verbinding van de carrosserie/chassis met de ‘-‘ pool van de accu is slecht of verbroken.
(In dit voorbeeld is de oldtimer negatief geaard, controleer of dit ook het geval bij jou is) - Startmotor van je oldtimer is kapot of zit wil niet ronddraaien door blokkade o.i.d.
- Contactslot is defect of maakt geen goed contact.
- Je motorblok is vastgelopen door (sterke) verwaarlozing.
Je probeert je oldtimer te starten maar dat gaat maar moeizaam, controleer dan;
- Accu kabels zijn (sterk) gecorrodeerd of zitten los.
- De accuspanning.
- Verbinding van de carrosserie/chassis met de ‘-‘ pool van de accu is slecht of verbroken.
(In dit voorbeeld is de oldtimer negatief geaard, controleer of dit ook het geval bij jou is) - Startmotor of startmotorspoel is versleten of defect.
- Bekabeling naar de startmotor is in slechte staat of zit los.
Startmotor draait maar motor is niet in beweging;
- Onvoldoende accu spanning.
- Startmotor tandwiel zit vast en/of grijpt niet in op de starterkrans.
- Starterkrans vertanding zijn sterk versleten waardoor startmotor niet kan ingrijpen.
- Startmotor zit niet juist gemonteerd of los.
Motor draait goed rond maar wil niet aanslaan;
- Vocht in de distributeurdeksel waardoor geen of zwakke spanning naar de bougies gaat.
- Vuile of onjuist afgestelde contactpuntjes.
- Geen brandstof in de tank.
- Luchtbel in de brandstofleiding.
- Te rijk mengsel bij warme motor, te arm mengsel bij koude motor.
- Verkeerde, vervuilde of versleten bougies.
- Slechte compressie op (één van) de cilinder(s).
- Groot mechanisch probleem.
Motor slaat aan maar blijft niet lopen;
- Te arm mengsel (koude motor).
- Aanzuigen van valse lucht bij de carburateurs en/of inlaatspruitstuk.
Motor slaat af en wil niet meer herstarten:
- Te rijk mengsel (motor verzopen).
- Defecte brandstofpomp.
- Geen brandstof meer.
- Gasbel in brandstofleiding door hoge temperaturen in motorruimte (vapourlock)
- Carburateur sproeier(s) zitten dicht.
- Brandstoffilter zit verstopt.
- Oververhitting van het blok.
- Groot mechanisch probleem.
Oververhitting van de motor;
- V-riem defect, fan draait niet mee met de motor
- Onvoldoende koelvloeistof door lekkage in het koelsysteem of defect.
- Kapotte thermosstaat
- Laag motorolieniveau, verhoogde wrijving in de motor en onderdelen.
- Vastgelopen rem(men)
- Radiateur (deels) verstopt.
- Koelkanalen in het motorblok verstopt door onjuiste koelmiddelen
- Ontstekingstijdstip niet juist afgesteld of de vacuüm vervroeger die niet juist functioneert. (onstekingstijdstip afstellen? Lees hier meer.)
Lage oliedruk in het motorblok
- Verkeerde olie viscositeit toegepast.
- Defecte oliedrukmeter.
- Oververhitte motor.
- Verstopt oliefilter.
- Bypassklep defect of onjuiste veerdruk.
- Versleten of loszittende oliepomp.
- Versleten krukaslagers.
Motor geluiden (nu wordt het spannender);
- Onjuiste brandstof.
- Ontstekingstijdstip niet juist.
- Distributeur defect of onjuist gemonteerd.
- Carburateurs functioneren niet correct door slijtage of onjuiste afstelling/synchronisatie.
- (sterke) roetopbouw in de kop en op de kleppen.
- Defecte koppakking (controleer de uitlaat op blauw/witte rook).
- Kleppen niet correct afgesteld.
- Versleten distributieketting en/of spanner.
- Gebroken zuigerveer of veren. (controleer cilinderdruk).
- Versleten nokkenaslagers (duidelijker hoorbaar bij gas geven).
- Versleten krukaslagers (duidelijker hoorbaar bij gas geven).